Uitdagingen in de tandheelkunde: restauraties minimaal invasief uitvoeren

Pedano article

In deze editie spreken we met dr. Pedano over zijn uitdagingen in de tandheelkunde met een focus op de endodontie. Klinisch onderzoek is cruciaal voor verdere ontwikkeling om restauraties minimaal invasief uit te voeren en de pulpa daar waar mogelijk te behouden bij diepe cariës. Lees verder om te ontdekken wat de laatste inzichten zijn van dr. Pedano, hoofd van de afdeling endodontie binnen de UZ/KU Leuven.

Kunt u uw rol beschrijven binnen de KU Leuven?

Ik ben werkzaam op de dienst mondgezondheidswetenschappen, dit is een departement binnen de faculteit Geneeskunde. Ik ben afdelingshoofd van Endodontie. Ik startte 2 jaar geleden, ter opvolging van emeritaat professor Paul Lambrechts. Sinds kort ben ik officieel professor aan de KU Leuven. In mijn functie als hoofd van de afdeling endodontologie, ligt de focus op 3 hoofdtaken:

  • Opleiding van Bachelor, Master en postgraduaat studenten in de tandheelkunde
  • Verantwoordelijke voor onderzoek (bijvoorbeeld master capita’s, post-graduaat en PhD studenten)
  • Klinische functie, behandeling van eigen patiënten en ook supervisie van de studenten

Het voordeel van deze 3 verschillende taken is dat ik veel variatie heb in mijn dagbesteding. Mijn beslissing om te doctoreren nam ik ook bewust, om meer te doen dan enkel klinische tandheelkunde. Ik geef heel graag les en ik doe ook graag mee aan onderzoek. Het is een druk bestaan, maar geeft tegelijkertijd veel voldoening.

Welke tandheelkundige projecten hebben uw aandacht?

Mijn eigen project, continuatie van mijn doctoraatsonderzoek, focust vooral op pulpa regeneratie. Vandaar ook mijn grote interesse in Biodentine™. Reeds tijdens mijn doctoraat legde ik me toe op het onderzoeken van de werking van biomaterialen om de pulpa te behouden. In mijn huidig onderzoek wil ik een groter doel bereiken: de pulpa regenereren, idealiter via stamcellen het zenuwweefsel en de bloedvaten.

Wat is uw grootste challenge dit jaar?

Ik had de “luxe” situatie om financiering te krijgen via een project van mijn promotor (Prof. Bart Van Meerbeek) en daarna mijn eigen financiering via een FWO-mandaat. Dus, de periode van mijn doctoraat was in een beschermde sfeer, waar ik me echt kon focussen op mijn onderzoek. Na de doctoraatverdediging komt altijd een bepaalde “onzekerheid”, want je moet je eigen onderzoek profileren en ook financiering vinden om het onderzoek te kunnen uitvoeren.

Vandaar is mijn grote uitdaging voor de komende jaren mijn eigen onderzoek te kunnen opstarten en een onderzoeksteam te kunnen creëren. Ik heb recent een project ingediend dat goedgekeurd werd en heb daarvoor nu een startkrediet gekregen. Hiermee kan ik nu aan de slag.

Welke trends en klinische protocollen ziet u in uw vakgebied?

Regeneratieve endodontie, voor mij is dit de toekomst! We moeten als arts ons meer bewust zijn om bij patiënten weefsel te besparen, te behouden via preventie en als dat niet mogelijk is, te herstellen (idealiter regenereren, maar dat is tot nu toe nog niet mogelijk geweest).
Ikzelf werd opgeleid volgens het “drill-fill-bill” principe. Nu werken we niet meer op die manier. We zijn ons veel meer bewust van de kracht van biologie en het belang van het eigen weefsel te behouden. Dus ik geloof echt dat regeneratieve endodontie de toekomst is.

Pulpa revitalisatie, volgens mij zitten we momenteel op een inflectiepunt in de evolutie van pulpa revitalisatie. Begin 2000, na een aantal publicaties over de rol van stamcellen en een verfrissing van het revitalisatie concept, was er onmiddellijk heel veel enthousiasme over de mogelijkheden van deze techniek, maar nu moeten we er een beetje de rem op zetten. Het is belangrijk om even een stap terug te zetten en opnieuw tijd te besteden aan het bestuderen wat de biologische en de fysiologische processen zijn om de pulpa echt te kunnen regenereren. Ons onderzoek legt de focus op het biologische aspect, om te kijken hoe we dit nog meer succesvol kunnen maken.

“Met nieuwe materialen zoals Biodentine™ kunnen we vaak een tijdelijke restauratie in één zittijd afronden.”

Met betrekking tot restauraties, hoe vaak ziet u diepe cariës ? Ziet u een toenemende trend?

Gelukkig leven wij in België en is de gezondheidszorg hier heel goed. We leggen voldoende de nadruk op preventie en we kunnen ook echt het grootste deel van de bevolking effectief bereiken. Mensen zijn zich steeds meer bewust van het belang van goede mondhygiëne. Hierdoor zien we eerder een dalende trend van diepe cariës bij onze patiënten. Wat je wel ziet toenemen zijn de mogelijkheden voor vitale pulpa therapie. Er zijn nu andere materialen beschikbaar die de pulpa vitaal kunnen houden. Verder zijn de mensen zich meer bewust en willen ook in hun gebit investeren.

Het is een soort paradox. De endodontoloog doet nu “minder” wortelkanaalbehandelingen omdat ze meer vitale therapie toepassen om de pulpa te behouden. Dit kan dankzij het bestaan van materialen zoals Biodentine™.

Eerder gebruikten we calciumhydroxide. Pure calciumhydroxide
is een schitterend materiaal met zeer goede biologische eigenschappen. Helaas, de mechanische eigenschappen en gebruiksvriendelijkheid van calciumhydroxide zijn iets minder goed. Met nieuwe materialen zoals Biodentine™ kunnen we vaak een restauratie in één zittijd afronden. We kunnen de caviteit in bulk opvullen en zien de patiënt dan op termijn terug om af te werken met een definitief vullingsmateriaal zoals composiet. Bij kindertandheelkunde is dit ook zeker een meerwaarde.

Wanneer is pulpotomie de beste oplossing bij diepe caviteiten?

Dit is een moeilijke vraag. Ik baseer me op de volgende 2 zaken:

  • De diepte van de cariës op de radiografie
  • De klinische symptomen van de patiënt

Als het op de radiografie blijkt dat de cariës zeer dichtbij de pulpa ligt (in het derde/kwart van de afstand tussen de pulpa en het glazuur), dan is mijn protocol als volgt: Heel het weefsel dat aangetast is door de cariës vanuit de periferie verwijderen. Indien er zachte, aangetaste dentine dichtbij de pulpa aanwezig is, dan opteer ik voor een (partiële) pulpotomie. In deze gevallen wil ik echt de pulpa zien om het correct in te schatten.

In dit geval is een microscoop (of loupebril) en een rubberdam noodzakelijk. Je kan hier niet werken op gevoel, je moet echt zeker zijn dat al het aangetaste weefsel weg is. Anders is de prognose van de therapie niet optimaal. Zonder vergroting en zonder rubberdam wordt aangeraden om de pulpa nooit bloot te stellen aan de omgeving, omwille van het risico op contaminatie.

Echter, bij lichte symptomen (bvb gevoeligheid met koude drank of bij het eten) verander ik mijn protocol niet. Als er symptomen zijn zoals spontane pijn of percussiegevoeligheid, dan opteer ik meestal voor een wortelkanaalbehandeling. Echter onderzoek toont aan dat in bepaalde situaties een pulpotomie toch een goede oplossing kan zijn, maar dit is nog steeds in een experimentele fase.

Hoe gebruikt u Biodentine™ bij diepe caviteiten?

In het geval van pulpotomie zullen we de volledige cariës verwijderen en als alles proper is, Biodentine™ in contact met de pulpa aanbrengen. Ik werk niet altijd in bulk. Als ik genoeg tijd heb, werk ik alles in één zittijd af: Biodentine™, een laagje glasionomeercement en dan composiet. Indien de cariës het pulpaweefsel niet heeft aangetast, maar wel in de buurt van de pulpa is (indirecte capping) en ik genoeg tijd heb, werk ik ook alles in één zittijd af: Biodentine™, een laagje glasionomeercement en dan composiet. Indien de tijd beperkt is of het om een kind gaat, dan gebruik ik Biodentine™ in bulkfill en probeer ik ze binnen de 6 maanden terug te zien om het af te werken.

Wat ziet u als de voordelen van Biodentine™?

Biodentine™ heeft mijn voorkeur uiteraard omwille van zijn goede biologische eigenschappen. Verder is er bij gebruik geen risico op verkleuring, het is gebruiksvriendelijk en de uithardingstijd is kort.

Twaalf minuten uitharding kan in een klinische setting misschien lang lijken. Het wordt aangeraden om Biodentine™ in bulk te plaatsen. Indien nodig kan er bovenop de laag Biodentine™ een laagje glasionomeercement worden geplaatst en dan zal de verdere uitharding nadien nog gebeuren, op deze manier kun je zorgen voor een snellere afronding.

Bent u op de hoogte van het niveau van calciumvrijgave bij Biodentine™ gebruik ?

Natuurlijk! De mensen van de universiteit van Gent hebben hier mooie studies over gepubliceerd. We hebben ook onze eigen studies hierover gemaakt en in verschillende congressen toegelicht. Een nieuwe publicatie zal binnenkort verschijnen in een “peer-reviewed” tijdschrift. Met Biodentine™ heb je de grootste calciumvrijgave over de langste periode (4 weken) en in de moeilijkste omgeving. Daarom gebruiken we Biodentine™ altijd als “gouden standaard” in ons onderzoek.

U heeft een internationale achternaam, waar liggen uw roots?

Pas in 2015 verhuisde ik naar België. Ik koos voor België specifiek omwille van de topreputatie van de KU Leuven en het BIOMAT lab voor tandheelkunde en ik wou heel bewust hier mijn doctoraat doen.

Ik ben in Argentinië geboren en verhuisde met mijn familie naar Spanje toen ik 9 jaar oud was. Mijn achternaam is Italiaans. Zowel mijn mama als papa hebben Italiaanse roots. Dat maakt me een Argentijnse Spanjaard die in België leeft en Italiaanse roots heeft. Bovendien ben ik een familieman, samen met mijn vrouw, die ook tandarts is, hebben we een schat van een dochter van bijna 2 jaar.